Je weet net dat je zwanger bent en plots blijkt dat je een miskraam hebt.
Na alle blijdschap van je zwangerschap kom je in een verdrietige en heftige periode terecht.
Wat is een miskraam?
Een miskraam is het afstoten van de vrucht door de baarmoeder. Dit gaat gepaard met een korte periode van toenemende krampende pijn in de onderbuik, helderrood bloedverlies en enkele stolsels. Vaak is de vrucht nog zo klein dat je het tussen het bloedverlies en stolsels niet ziet. Het bloedverlies kan de eerste paar uur hevig zijn, daarna zakt de pijn doorgaans snel weg en zal het bloedverlies afnemen. De miskraam is te vergelijken met een heftige menstruatie.
Tijdens de miskraam zou je eventueel paracetamol of een warme kruik kunnen gebruiken om de krampende pijn wat te verlichten.
Bloedverlies
Bij een miskraam tussen 12-16 weken is het bloedverlies wat heftiger en geven de buikkrampen een wee-achtig gevoel.
Bloedverlies komt in 20% van de zwangerschappen voor tijdens de eerste 16 weken.
Wanneer helderrood bloedverlies optreed heb je 50% kans dat er niets aan de hand is. Bij de andere helft treedt een miskraam op (10% van de zwangerschappen), waarbij 40% van de zwangeren het vruchtje binnen de eerste week verliest. Na de eerste week wordt de kans steeds groter dat de baarmoeder het vruchtje zal afstoten.
Wanneer bij echoscopie een kloppend hartje gezien wordt heb je >97% kans dat er geen miskraam zal optreden.
Je hebt meer kans op het krijgen van een miskraam wanneer je al eerdere miskramen hebt gehad en naarmate je ouder (> 35 jaar) wordt. Het komt vaak voor dat de groei van het vruchtje al eerder is gestaakt, nog voordat het bloedverlies optreedt.
Bij 90% van de miskramen is er sprake van een aanlegstoornis. Ergens in de ontwikkeling is er iets niet goed gegaan met de vrucht en het zal daardoor niet levensvatbaar zijn. Wanneer de baarmoeder dit herkent zal deze de vrucht proberen af te stoten. Na de miskraam maakt de baarmoeder zich weer direct klaar voor een volgende zwangerschap.